Barbeknoeien...
'Wie lust er nog een hamburger?' Met de gevulde vleestang in zijn hand kijkt oom Rupert mij vragend aan. Gele steekvlammen schieten dreigend door de witte walm omhoog. Een mengeling van houtskoolgeur en stank van verschroeid vlees verspreidt zich over het terras.
Oom Rupert is geen kok. Hij kan volgens tante Magnolia nog geen ei bakken. Maar 'barbeknoeien', zoals zij dat noemt, is écht een 'mannendingetje'.
Vol afschuw staar ik naar het half rauwe, zwartgeblakerde schijfje dat op mijn bordje wordt gelegd. Oma, die de oorlog nog heeft meegemaakt, schraapt het roet ervan af. 'Eet maar op', zegt ze.
'We gaan naar huis', zegt papa lachend met een knipoog, 'morgen moet je weer vroeg naar school.' Ik knipoog dankbaar terug.