Tegengif...
In gedachten verzonken wandelt Sonja Martens met haar hondje Rusty door het bos dat zich aan de rand van het ogenschijnlijk uitgestorven dorp bevindt.
Het is een zonnige voorjaarsdag en de vogeltjes fluiten er lustig op los. Hier en daar fladdert er zelfs al een vlindertje rond. In de verte roffelt een specht. Op de strakblauwe vliegtuigstreeploze lucht na, lijkt het een gewone voorjaarsdag en is er kennelijk niets aan de hand...
Al vanaf haar prille jeugd voelt Sonja zich nauw verbonden met de natuur, die erg belangrijk voor haar is. Tegenover haar beste vriendin had ze wel eens bekend dat ze er heilig in gelooft dat de natuur een afspiegeling is van God.
En de moeder van dit alles? Dat is voor haar zonder enige twijfel Moeder Aarde! 'Immers, al wat sterft wordt door de aarde opgenomen en al wat leeft komt er uit voort', was haar logische gedachtengang geweest.
Ze had nog heel even getwijfeld of haar vriendin, die met een meewarige blik in haar ogen naar haar had geluisterd, haar redenering wel had begrepen, maar eigenlijk vond ze dat ook weer niet zo heel erg belangrijk.
Sonja houdt erg van de natuur en ze geniet dan ook van de allerkleinste dingen. Ze geniet van de bloemen en van de insecten, van de vogeltjes en van de wolken. Ze geniet van de zon, maar óók van de regen. Bij iedere voetstap die ze zet, maakt ze bewust contact met de grond. Contact met Moeder Aarde...
Het doet Sonja veel pijn dat de mensheid haar planeet in de loop der tijd zo slecht heeft behandeld. Zelf doet ze er dan ook alles aan om haar ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden.
Zo springt ze zorgvuldig om met water en maakt ze al sinds een aantal jaren gebruik van groene stroom. Daarnaast heeft ze geen auto, maar wandelt ze veel met Rusty of gaan ze vaak samen ergens met de bakfiets naar toe. In het uiterste geval, als de afstand tot haar bestemming écht te groot is, maakt ze gebruik van het openbaar vervoer.
Sonja besteedt ook veel aandacht aan haar voeding. Ze eet zoveel mogelijk verse groenten, dus niet uit een potje of uit de diepvries. Daar komt bij dat haar maaltijden overwegend vegetarisch zijn. Slechts héél af en toe eet ze een stukje biologisch vlees.
Terwijl ze al mijmerend door het bos wandelt, ziet Sonja even verderop een oud vrouwtje op een bankje zitten. Het vrouwtje draagt een transparante hoofddoek en ze ziet er een beetje pips uit. Bezorgd stapt Sonja op het vrouwtje af om te vragen hoe het met haar gaat.
Het 'oude besje' kijkt haar droevig aan en ze maakt een vermoeide indruk. Met een krakerig stemmetje laat ze Sonja weten dat ze erg ziek is geweest, maar dat het sinds kort weer wat beter met haar gaat.
Als Sonja even later op gepaste afstand naast haar op het bankje gaat zitten, begint het vrouwtje pas écht te vertellen. Hortend en stotend vertelt ze over het feit dat ze een tijd geleden besmet is geraakt met een virus dat haar longen had aangetast.
Ze kreeg last van hoge koorts die gepaard ging met heftig transpireren en koude rillingen over haar hele lichaam. Het virus was echter hardnekkig en het bleef haar broze oude lichaam aanvallen. Maar onlangs was ze er in geslaagd om eigenhandig een vaccin te maken dat haar hielp met haar genezing...
Pas wanneer Sonja haar verbaasd aankijkt, merkt ze op dat er een blauwachtige waas over het doorleefde gezicht van het vrouwtje hangt. De spierwitte haren die door de transparante hoofddoek zichtbaar zijn, lijken de kleur en de vorm van een wolkendek te hebben. De ouderdomsvlekken in haar gezicht zien er uit als de contouren van een landkaart...
'Moeder Aarde!', stamelt Sonja verbouwereerd. 'Bent u Moeder Aarde?'
'Zo word ik inderdaad genoemd', antwoordt het vrouwtje, 'maar jammer genoeg word ik niet altijd als een moeder behandeld.'
'Maar… als u Moeder Aarde bent…', hakkelt Sonja, 'dan, dan…'
'Ja kind’, verzucht het vrouwtje en ze kijkt Sonja verdrietig aan, ‘dan is de mens het virus dat mij heeft aangevallen!
Het is de mens die de tropische regenwouden heeft gekapt en daarmee mijn longen heeft aangetast. De uitstoot van uitlaatgassen veroorzaakte mijn extreme benauwdheid. Het waren de bosbranden in Australië die mijn hoge koorts symboliseerden en de aardbevingen waren de rillingen die ik daarbij over mijn hele hemellichaam voelde. Het smelten van de ijskappen is het gevolg van mijn hevig transpireren en de extreem hoge waterstanden van de laatste tijd ontstonden door de vele tranen die ik daarbij in alle eenzaamheid heb gelaten...'
'Maar u heeft zelf een vaccin ontwikkeld?’, vraagt Sonja hoopvol, 'hoe heet dat vaccin dan?'
'De naam van dat vaccin is "corona"', antwoordt Moeder Aarde, terwijl ze haar ogen sluit en zich steeds verder van Sonja verwijdert.
Badend in het zweet schrikt Sonja wakker. Haar hart klopt in haar keel. Ze kijkt op haar telefoon en ziet dat het vandaag 29 maart 2020 is. Wéér een nieuwe dag in de coronacrisis...
Heel even realiseert Sonja zich dat ze slechts heeft gedroomd en dat ze wederom is ontwaakt in een heuse nachtmerrie. Ze voelt zich verward. Fantasie en werkelijkheid lijken een spel te spelen met haar emoties.
Want... wás dit wel een droom?