Zeg dan maar eens 'nee'
Bedreven schuift ze de ene na de andere jurk over de glimmende stang van het kledingrek. Van links naar rechts, van links naar rechts en soms, na een korte pauze, van rechts naar links. Het driftig tikkende geluid van de kleerhangertjes overstemt mijn tinnitus. Het duurt en het duurt, en ondertussen sterf ik duizend doden.
We zijn net terug van het nabijgelegen dorp waar we zojuist een molen hebben bezichtigd. Eigenlijk wilde ze al meteen naar de stad, maar hoewel ze het woord 'molen' niet meer kan horen, gunde ze mij toch mijn pleziertje. Het is dan ook niet meer dan logisch dat ik, zij het met lood in mijn schoenen, maar ‘ruimhartig als ik ben,’ de drempel van de damesmodezaak betreed.
Het liefst heb ik dat ze maar snel een jurk koopt zodat we ons weer naar de drukke parkeergarage kunnen begeven, maar in plaats daarvan houdt ze, kijkend in de hoge passpiegel, het ene na het andere kledingstuk voor haar borst. Soms kijkt ze me daarbij vragend aan, maar telkens als ik denk dat ze, na een goedkeurend knikje van mijn kant, zal toeslaan, hangt ze tot mijn grote frustratie het kledingstuk terug in het rek en begint het ritueel weer van vooraf aan.
En dan, nét op het moment dat ik al mijn krachten wil bundelen om mijn lieftallige wederhelft op slinkse wijze naar buiten te loodsen, vraagt de charmante verkoopster of ik misschien een kop koffie lust. Ja, en zeg dán maar eens ‘nee’ ...